Handleiding

1. Verzamel in een fijne (aardewerken) kom, ruim voor 24 december, aarde van één of meerdere plekken waar je je geworteld en verbonden voelt met de Aarde.
2. Schoon deze aarde op (haal steentjes, takjes en wortels eruit) en laat het drogen. Tip: Houd een handje aarde apart in een potje, om deze later met je ‘beroerde’ aarde te vergelijken. 
3. Zorg voor een fijne, warme en rustige roerplek waar je comfortabel zit.
4. Op 25 december begin je met aarderoeren, dit doe je elke dag, bijvoorbeeld op een vast tijdstip.
5. Steek een kaarsje aan en luister of doe de Aarderoermeditatie. Spreek hardop je intentie uit om deze te bekrachtigen.
6. Al roerend kun je jouw spreuk, intentie herhalen, een mooi gedicht opzeggen of een lied zingen. Je kunt ook de geluiden laten komen. Kies een vorm die prettig en natuurlijk voelt voor jou.
7. Neem de schaal op je schoot en roer de aarde een half uur of langer met je handen. Vind daarin je eigen ritme, beweging, gebaar en cadans.
8. Geef de schaal na het roeren een mooi plekje, bijvoorbeeld onder de kerstboom. Tussen het aarderoeren door kun je de kom met een zijden doek of ander natuurlijk materiaal bedekken.
9. Je kunt een dagboekje bijhouden met alles wat je aan het aarderoeren beleeft. Gedachten, ingevingen, bijzondere stemmingen en dromen. Ook de dingen die in eerste instantie niet bijzonder lijken, kun je opschrijven. In de loop van het jaar kan het betekenis voor je krijgen, een Aardeorakel als het ware. Het is ook leuk om terug te blikken op ervaringen van vorige jaren.
10. 5 januari roer je de aarde voor de laatste keer. Deze aarde noemen we nu Moederaarde. Bewaar de aarde op een fijne plek, omhuld met een doek. 
11. Bewaar één handje van deze Moederaarde als start voor een volgend jaar. Je doet ons een heel groot plezier als je een handje van je Moederaarde naar ons stuurt, met een lijstje van plekken waar deze aarde vandaan komt.
12. Strooi vanaf 2 februari (Imbolc, Maria Lichtmis) de aarde uit op een of meerdere plekken die extra liefde kunnen gebruiken.